Internetten op de werkvloer, de grens tussen werk en privé

Je kent het wel, je bent aan het werk en voordat je van huis ging heb je net nog even dat ene mailtje verstuurd naar een vriend of vriendin en nu wil je dolgraag weten of hij/zij hier al op gereageerd heeft. Snel check je je smartphone of open je je privé mail op je werk-pc. Of je bent aan het werk en vertelt je collega over je weekend waarbij je even vlug die ene foto op Facebook laat zien.

De mobiele telefoon en internet zorgen ervoor dat werknemers in werktijd vaak gemakkelijk dit soort zaken even uitvoeren. Surfen tijdens werk zou de productiviteit van medewerkers verhogen en zou volgens een onderzoek van het Brits IT Magazine Computing met name door jongeren zelfs belangrijker worden gevonden dan het salaris. De grens tussen werk en privé vervaagt hierdoor meer en meer. De controle die de werkgever hierop kan uitoefenen is beperkt. De Privacywetgeving beperkt namelijk de controlemogelijkheden op surfende werknemers. Werkgevers hebben het recht om na te gaan of hun personeelsleden tijdens werkuren effectief aan het werk zijn en of ze hun pc, laptop of smartphone niet misbruiken om privé op het internet te surfen of te mailen. Maar controle van computergebruik betekent ook een bedreiging voor de privacy van de werknemer.

Een aantal gerechtvaardigde belangen van een werkgever kan echter controle vereisen. Zo zal een werkgever willen voorkomen dat via de mail (seksuele) intimidatie plaatsvindt of bedrijfsgeheimen uitlekken. Ook zal de werkgever willen voorkomen dat door overmatig privé-gebruik de productiviteit van de werknemer vermindert. Dan is controle toegestaan, maar daarbij moet de werkgever wel een aantal strenge regels vanuit de Wet bescherming persoonsgegevens in acht nemen. Eén van die regels is dat hij de werknemer vooraf op de hoogte heeft gesteld dat er controle kan plaatsvinden. Dit betekent dat de werkgever een gedragscode of protocol moet opstellen.

Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft hiervoor een raamregeling e-mail en internet opgesteld. Deze raamregeling biedt een aantal keuzes, die een bedrijf dan zelf verder moet invullen. Uitgangspunt is een goede balans tussen controle op verantwoord e-mail en internetgebruik en bescherming van de privacy van werknemers op de werkplek. De achtergrond van deze raamregeling is het CBP-rapport Goed werken in netwerken.

Werkgevers die zich niet aan deze regels houden en die de controle op het internetgebruik niet uitvoeren volgens de procedures die zijn vastgelegd in wetgeving en cao's, hebben geen poot om op te staan. Bij een ontslag om dringende redenen - bijvoorbeeld van iemand die dagelijks urenlang op Facebook surft tijdens de werkuren - zullen de arbeidsrechtbanken de bewijsvoering in veel gevallen als 'onrechtmatig verkregen' bestempelen en nietig verklaren. Alleen wanneer er sprake is van een 'hoger belang' - zoals het voorkomen van diefstal, het door de wet verboden surfen naar kinderpornosites of het verhinderen van informatieoverdracht aan concurrenten - kan een rechtbank de onrechtmatige controle door de vingers zien. Vrees voor een virusinfectie door onveilig surfgedrag is bijvoorbeeld geen hoger belang.

Hiernaast is door de vervaging van werk en privé het omgekeerde natuurlijk ook waar. Steeds meer mensen zijn door internet ook tijdens privésituaties vaker met hun werk bezig, en werken dus eigenlijk thuis of bijvoorbeeld in de trein verder. Al met al zou, in het kader van een goede balans tussen werkgever en werknemer, het één dus best weggestreept kunnen worden tegen het ander.

En hoe zit het eigenlijk met jouw eigen internet gebruik? Lees je dit artikel in de baas z'n tijd of privé?
--
door: Paul

Geen opmerkingen:

Een reactie posten